Na het hardlopen is het verbruik van zuurstof nog een tijd na de training verhoogd. De zuurstof wordt voor herstel van het lichaam gebruikt. Dit verbruikt ook energie. De naam van dit proces is ‘afterburn’. Het wordt ook wel ‘naverbranding’ of ‘Excess Pos-Excercise Oxygen’ (EPOC) genoemd. De intensiteit van de training is van invloed op de afterburn. Hoe zwaarder en hoe langer de training is geweest hoe meer de afterburn aanwezig is. Bij hardlopen met een maximale hartslag van 70 tot 80 procent is de afterburn het grootst. Deze hartslag wordt bereikt met interval training of bij een intensieve hardloop sessie.
Interval training
De meeste afterburn wordt veroorzaakt door inspanning waarbij korte periode van hoge intensiteit worden afgewisseld met periodes van rust. Dit is bijvoorbeeld het geval bij intervaltraining en krachttraining met gewichten. Deze zorgen ervoor dat de inspanning voor het lichaam hoog is. Het lichaam heeft opeens veel meer energie nodig na de inspanning om het lichaam te herstellen. Het herstel vindt bijvoorbeeld plaats bij de ademhaling, zuurstofgehalte, hartslag en temperatuur. Inspanning met een hoge intensiteit zorgt voor meer afterburn en ook het verbruik van de inspanning op het moment zelf is groter. De intensiteit moet tussen 70 en 80 procent van de maximale hartslag liggen.